Elias
Felix Mendelssohn Bartholdy
Het intro
Stel je voor je zit in het theater. De show gaat beginnen. Het orkest speelt al. Je zoekt nog even een pakje zakdoekjes en een rolletje drop. Je kijkt of er misschien nog een SMSje is binnengekomen, en zet je mobieltje uit. Je maakt nog even een opmerking tegen je buurman, en dan ga je er eens lekker voor zitten. Dit is het intro. Nog niks aan de hand.
In zijn oratorium Elias pakt componist Felix Mendelssohn Bartholdy de zaken heel anders aan. Meteen vanaf het begin laat hij zijn hoofdpersoon Elias zingen. En niet zomaar een beetje zingen, Elias spreekt een afschuwelijke vervloeking uit. Pas daarna begint het orkest, heel zacht, aan de ouverture.
Zoiets is nog niet eerder vertoond. De bedoeling is duidelijk en het effect enorm: Mendelssohn pakt je meteen bij je kladden, en laat je niet meer los. Daarbij wordt hij geholpen door het verhaal. Het bijbelverhaal over de profeet Elia is één groot drama. Het is een verhaal met een boze god, een opstandig volk, een slechte koning, een wraakzuchtige koningin, maar het is vooral een verhaal waarin het ene wonder na het andere gebeurt.
Het verhaal
Het volk Israël heeft afgodsbeelden gemaakt en aanbidt de zogenaamde Baäl. God heeft schoon genoeg van de situatie, en stuurt zijn profeet Elia (Elias) naar het hof van koning Achab (Ahab). Daar spreekt Elia een vervloeking uit: "Er zal in de komende jaren geen dauw of regen zijn, totdat ik zeg dat het weer gaat regenen."
Zo straft God het volk met een hongersnood. Elia trekt de bergen in. Daar is nog water in de beken, en eten krijgt hij van de raven, die hem stukjes brood en vlees brengen.
Maar na verloop van tijd wordt het zo droog dat ook de raven geen eten meer kunnen vinden. Elia trekt in bij een weduwe. Zij kan nog broodkoeken bakken, want op wonderbaarlijke wijze raakt het kleine voorraadje meel en olie dat ze nog heeft, niet uitgeput.
Dan sterft het zoontje van de weduwe. De vrouw verwijt Elia de dood van haar kind, waarop de profeet God smeekt het jongetje weer tot leven te wekken. Het gebed wordt verhoord, en de dolgelukkige moeder sluit haar kind weer in de armen.
Na drie jaar droogte gaat Elia terug naar het hof van koning Achab. Ondanks alle ellende aanbidt het volk de afgodsbeelden nog steeds. Elia daagt de baälspriesters uit tot een krachtmeting tussen hun god en de zijne. Hij laat een brandstapel oprichten met een geslachte os erop. De god die erin slaagt het offer aan te steken, is de enige echte. Hoe hard de Baalspriesters hun god ook aanroepen, ze krijgen het niet voor elkaar om hem het vuur aan te laten steken. Maar als Elia gaat bidden, schiet het vuur de hemel uit en vat de stapel vlam.
Het volk begrijpt dat het de verkeerde god vereerd heeft, bekeert zich, en zo komt de regen terug in het land.
De vrouw van Achab, Koningin Jezebel, kan het niet uitstaan dat Elia's god gewonnen heeft. Ze hitst het volk tegen de profeet op en wil hem laten vermoorden. Elia vlucht de woestijn in. Van daaruit trekt hij met een leger van trouwe volgelingen ten strijde tegen het kwaad. Na vele jaren gestreden te hebben, sterft Elia, en wordt hij in de hemel opgenomen.
De muziek
Mendelssohn is er prachtig in geslaagd het bijbelverhaal van meeslepende muziek te voorzien. Indrukwekkende koren wisselt hij af met intieme aria's en ontroerende duetten. Je hoort als het ware het volk onder de droogte lijden, je leeft mee bij de scène met het offer en het aanroepen van de goden en je haalt opgelucht adem bij de komst van de regen. Vanaf de eerste opvoering was de Elias een geweldige hit, en ook nu nog spreekt het werk tot de verbeelding. Niet voor niets behoort de Elias tot het standaardrepertoire van koren over de hele wereld.